Batterij Aachen

Nu nog herken je de vier geschutbeddingen, met aan weerszijden een observatiebunker. De westelijke observatiebunker diende eveneens als commandopost. Bovendien werd ze na verloop van tijd mede gebruikt door de Batterij Deutschland in Bredene. De kanonnen werden onder zware stalen koepels geplaatst om het geschut te beschermen. De geschutstellingen waren door middel van een smalspoorweg verbonden met de verschillende munitieruimtes, die goed verstopt zaten in de duinen. Bij de observatiepost vind je nu nog de oorspronkelijke telemeter, die gebruikt werd om de afstand tot de mogelijke doelwitten op zee te bepalen. Ook een stukje loopgracht en de bomvrije schuilplaats, bleven bewaard. De houten gebouwen, waaronder manschappenverblijven, een officierenverblijf, een wachtpost en een EHBO-post, zijn verdwenen.
Bij de ingang van de batterij, langs de Duinenstraat, bevond zich één van de drie waterputten. Er werd hiervoor een klein monument gebouwd dat de naam kreeg van de beschermheilige van de artilleristen en gevaarlijke beroepen: heilige Barbara. Deze ‚Barbara Brunnen‘ tref je vandaag nog aan.
Een andere ingang bevond zich aan de Zeedijk. Op dezelfde plaats is er nog altijd een poort.
Na de oorlog en de dood van Albert I kreeg z‘n zoon, Prins Karel, interesse in het Koninklijke Domein. Het was pas na zijn regentschap, in 1950, dat hij er zich definitief vestigde. Het is dankzij hem dat Batterij Aachen (WO I) en de andere constructies uit WO II zo uitzonderlijk goed bewaard bleven. Hij zorgde ervoor dat er niets werd afgebroken, waardoor alles na zijn overlijden gerestaureerd kon worden. Batterij Aachen werd ondertussen ook beschermd als monument.